Wachtten op witte pakken

Afgelopen week verscheen er het volgende interview met Jurre van Kesteren in Trouw:

‘’Dreigementen, geldgebrek en beschermingspakken die nooit aankomen. De Nederlandse tropenarts Jurre van Kesteren - net terug uit Sierra Leone- vertelt over de problemen waar medisch personeel bij de ebola-uitbraak in West-Afrika tegen aanloopt.


Tegen wil en dank zit de jonge tropenarts Jurre van Kesteren (29) weer in Nederland. ‘’Ethisch voelt het niet goed om nu niet in Sierra Leone te zijn. Ik moet daar zijn.’’ In het afgelegen plaatsje Masanga leidde Van Kesteren sinds maart samen met collega Bart Waalewijn het kleine Masanga Hospital, een voormalig lepraziekenhuis met honderd bedden waar lokale volksgezondheidsambtenaren medische en chirurgische vaardigheden worden bijgebracht om het schrijnend tekort aan medisch personeel in Sierra Leone aan te vullen. Voor de zes miljoen inwoners zijn er slechts 10 chirurgen.
Maar vanwege de ebola-uitbraak moesten Van Kesteren en zijn team opeens ook de eerste isolatieboeg in Masanga opzetten. En dat ging zonder de budgetten van de grote hulporganisaties, niet zonder slag of stoot. ‘’Toen de uitbraak begon in Guinee, wilden wij snel bijeenkomsten beleggen en voorlichting geven aan de bevolking’’, vertelt van Kesteren. ‘’Maar vanuit het districtsbestuur werd aanvankelijk lacherig gereageerd. Guinee was toch ver weg? Waar maakten we ons eigenlijk druk over? Dat was niet alleen onverschilligheid, maar vooral ook onmacht. Er is helemaal geen geld. In het district waar Masanga onder valt, zijn slechts twee ambtenaren beschikbaar om ebola-gevallen op te sporen onder de 450.000 mensen. En auto’s hebben ze niet, alleen brommers.’’

Grimmige sfeer
In Masanga is het tot op heden bij verdachte gevallen gebleven, die wel verzorgd moesten worden. Toch verloor Van Kesteren een student en collega aan ebola. ‘’Joseph was in een ander ziekenhuis in Makeni, een uur van Masanga, in aanraking geweest met een familie die niet had verteld dat ze bij een begrafenis waren geweest van een ebolapatiënt. Joseph en drie verpleegkundigen zijn daardoor overleden. Zeer verdrietig en bovendien een grote klap voor het gezondheidssysteem dat zulke gekwalificeerde mensen wegvallen.’’
Naarmate de uitbraak groter werd, werd ook de sfeer in Masanga grimmiger. De sociale onrust was reden voor de Deense werkgever van Van Kesteren, één van de vier organisaties die Masanga Hospital ondersteunen, om hem vorige maand te evacueren.
‘’Het gerucht ging dat ik een overleden patiënt, een mogelijke ebola-dode, wilde verbranden. Bij een ebola-dode moet het lijk in een chlooroplossing gedrenkt worden en in een lijkenzak gestopt. Maar wij hadden destijds geen chlooroplossing of lijkzakken, dus spraken we over de mogelijkheid van crematie. Maar dat is ongehoord in Sierra Leone, waar uitgebreide begrafenisrituelen met de doden ontzettend belangrijk zijn. Daardoor dreigden mensen mij te stenigen. Na gesprekken met dorpsoudsten werd dat gesust, en ik heb me nooit echt bedreigd gevoeld, want ik had een goede band met de bewoners. Maar het geeft wel aan hoe snel de vlam in de pan kan slaan in een gebied waar mensen ongeïnformeerd zijn. ‘’
Door gebrek aan informatie is in Masanga, en op andere plaatsen in de door ebola getroffen landen, veel ruimte voor allerlei complottheorieën. ‘’Witte artsen zouden ebola juist injecteren om de macht te krijgen over de diamantenmijnen in Sierra Leone. Ik vroeg de man die mijn huis in Masanga onderhoudt, iemand met wie ik het heel goed kan vinden, of hij dat ook gelooft. Hij zei: ‘Jij doet dat misschien niet, maar de anderen misschien wel. ‘ En deze man woont en werkt al twintig jaar met westerlingen.’’
De angst voor ebola is zo groot dat mensen die symptomen van ebola vertonen juist wegblijven van de isolatieboegen. ‘’Dat zien ze als plekken waar je naartoe wordt gebracht om anoniem te sterven. Dat leidt tot veel paniek; iets verderop is een ebolapatiënt ontsnapt, familieleden eisen lichamen terug en patiënten liegen over hun kwalen. Daardoor vallen er onnodig doden. De dood van verschillende bekende artsen in Sierra Leone, zoals viroloog Sheik Umar Kahn, heeft ook een schok teweeggebracht bij medici. Als niemand meer de waarheid spreekt, wordt het voor medisch personeel ook heel gevaarlijk.’’
De situatie werd voor Van Kesteren en zijn eveneens geëvacueerde collega Waalewijn ook onhoudbaar door gebrek aan materieel. ‘’Er was bijvoorbeeld niet genoeg stromend water voor de chlooroplossing, die je in het ebola-gebied constant nodig hebt. En vanuit de overheid waren ook maar veertig beschermingspakken beschikbaar gesteld voor ons district. Terwijl je per dag per patiënt minimaal acht pakken verbruikt. Je gaat namelijk drie keer per dag met twee verzorgers, om elkaar te controleren, bij een patiënt naar binnen. En op één van die momenten gaan er ook een laborant en een schoonmaker mee. De pakken worden na gebruik vernietigd.’’
Van Kesteren en zijn team bestelden daarom zelf maar tweehonderd pakken vanuit Luxemburg. ‘’Die waren anderhalve maand later nog niet gearriveerd. In de tussentijd zijn we geëvacueerd.’’

Mondiaal probleem
Nu zitten Van Kesteren, Waalewijn en een andere Nederlandse collega die in augustus naar Masanga had willen afreizen, dus in Nederland. ‘’Masanga-hospital is dicht, net zoals een aantal andere ziekenhuizen in de regio. Een vreselijk idee. Want nu kunnen mensen met andere, veel vaker voorkomende aandoeningen zoals malaria, niet geholpen worden. Ik doe nu wel wat werk vanuit hier, zoals presentaties geven en de broodnodige fondsen werven. Maar ik wel echt ter plekke zijn.’’
Daarom denkt hij erover om zich aan te melden als vrijwilliger bij Artsen zonder Grenzen, mits hij begin oktober weer terug kan zijn. Van Kesteren: ‘’Sommigen vinden dat de uitbraak een Afrikaans probleem is. ‘Moeten die mensen maar geen vleermuizen eten’, lees ik bij commentaren. Daar kan ik kwaad over worden. Dit is een mondiaal probleem. Als de eerste ebolapatiënt in Europa opduikt, zal waarschijnlijk wel alle hulp vrijkomen. Maar daar zouden we niet op moeten hoeven wachten.’’ ‘’

  • wachtten-op-witte-pakken